Nadat dat uitvaartdienst van je overledene afgelopen is. Ga je als nabestaande naar de koffietafel om condoleances in ontvangst te nemen, om samen na te praten en herinneringen op te halen over je overleden dierbare.

Maar wat er gebeurt er nu na de uitvaartdienst van je overleden dierbare?
Na de uitvaart wordt de kist naar de ovenruimte gebracht, de kist gaat de oven in. Dit proces gebeurt tegenwoordig bijna volledig geautomatiseerd. De crematatie ovens zijn computergestuurd. Maar er blijft altijd een medewerker van het crematorium bij. Dit is noodzakelijk.

Een medewerker van het crematorium controleert verplichte documenten. De gegevens van de documenten moeten hetzelfde zijn als de gegevens op de kist. Wanneer alles klopt wordt het crematie document ondertekend en wordt er op de kist een vuurvast steentje met een uniek nummer gelegd. Dit steentje is bedoeld om vergissingen te voorkomen en kan de as hierdoor geidentificeerd worden. Eventuele kunstof of metale handgrepen worden van de kist verwijderd. (dit inverband met het milieuschrift)
Bij een temperatuur tussen 400 en 1100 graden Celsius wordt de kist met daarin je overledene verbrand.
Afhankelijk van het soort oven dat er gebruikt wordt duurt dit proces ongeveer 1,15 tot 4 uur.
De as van een volwassen persoon weegt ongeveer tussen de 2,5 en 3 kilogram inclusief kist. Er wordt wel eens gedacht dat het lichaam verbrand door het vuur. Maar de hoge temperatuur veroorzaakt de verassing.

Als je wilt mag je als nabestaande mee naar de ovenruimte. Je mag erbij zijn wanneer ze de kist in de oven zetten, maar wanneer de oven dicht gaat en het verassingsproces in gang wordt gezet dan moet je de ruimte verlaten.

Wanneer de oven voldoende is afgekoeld worden de stoffelijke resten verwijderd. Botresten, het vuurvaste steentje, metaalresten bijvoorbeeld van sieraden of chirurgisch staal, gebit of andere prothesen is het overblijfsel? van wat er nog in de oven aanwezig is. Al deze overblijfselen worden in een aslade verzameld. De metalen worden gescheiden van het as. Deze worden bewaard en regelmatig opgehaald door een gespecialiseerd verwerkingsbedrijf. De opbrengst hiervan gaat naar een goeddoel.
Nu de as geen metaal meer heeft wordt het fijn gemalen in een ascremulator. Deze gaat via een zeef in de asbus, met het sluiten van de bus wordt nog het vuurvaste steentje toegevoegd. Op de bus worden de naam en de voorletters van de overledene en een registratienummer vermeld. De as blijft nu een maand op het crematorium staan. Hierna kan je de as ophalen waarna je de as bijzet (in een urnenmuur/urnennis, een graf) of uitstrooit.
Je kan ook aangeven of je een deel van de as in een sierraad, kleine urn of iets dergelijks laat doen.