Allerheiligen is een christelijk feest ter nagedachtenis aan alle heiligen (een titel in het christendom die sommige personen krijgen, omdat ze bijzonder goed en gelovig hebben geleefd) en martelaren (iemand die lijdt of sterft voor zijn of haar geloof). Het is een jaarlijkse feestdag, dat door rooms-katholieken en anglicanen (leden van de kerk die de tradities en gebruiken van de Kerk van Engeland volgen) op 1 november gevierd wordt. In de Rooms-Katholieke Kerk is het een hoogfeest.
De dag na Allerheiligen wordt Allerzielen gevierd. Het is aannemelijk dat men tijdens de kerstening (het massaal bekeren van niet-christelijke, veelal heidense, volkeren tot het christendom) van Europa het feest van Allerheiligen is gaan vieren rond de periode van een oorspronkelijk heidens feest: Samhain, dat ter nagedachtenis van de doden werd gehouden. Dit Keltische nieuwjaarsfeest begint aan de vooravond rond 31 oktober, men vierde de overgang van de zomerperiode naar het begin van de winter. Een belangrijk element was het vreugdevuur. In 837 riep paus Gregorius IV 1 november uit als de katholieke gedenkdag.

Allerheiligen is ook een merkeldag ook wel een lotdag genoemd. En bij zo’n merkeldag hoort ook een weerspreuk: Met Allerheiligen vochtig weer, sneeuwbuien volgen keer op keer.