Medische abstinentie wordt gedefinieerd als:
• Het staken van een actieve behandeling.
• Het niet-starten van een nieuwe behandeling.

Wat er verstaan moet worden onder ‘medisch zinloos’, is een discussiepunt waar medisch-ethisch met verschillende invalshoeken naar gekeken wordt. Daarnaast worden de grenzen hiervan ook steeds verder opgerekt door de vooruitgang van de medische wetenschap waarbij levensverlengende therapieën meer beschikbaar komen. Er moet altijd wel in overweging worden genomen wat de toegevoegde kwaliteit van leven is.

Bij medisch zinloos handelen
• Naar eigen inschatting door de arts op basis van zijn medische kennis.
• Op uitdrukkelijk verzoek van de patiënt (of diens vertegenwoordigers wanneer hij wilsonbekwaam is).
De uiteindelijke beslissing tot abstineren ligt bij de arts, tenzij je dierbare wilsbekwaam is of een geldige wilsverklaring heeft. Omdat de arts het leven van je dierbare niet actief beëindigt, is hier geen sprake van euthanasie. Abstineren is geen vorm van euthanasie, aangezien er bij euthanasie doelgericht wordt ingegrepen om het leven voortijdig te beëindigen. Een patiënt die geabstineerd wordt zal uiteindelijk aan zijn niet meer behandelde ziekte een natuurlijke dood sterven. Er zal altijd naar worden gestreefd de laatste fase zo comfortabel mogelijk te maken. Mocht dit met medicatie en (medische) hulpmiddelen niet mogelijk zijn kan er worden gekozen om het bewustzijn van de patiënt te verlagen. In dat geval spreekt men van palliatieve sedatie.
Gewoonlijk wordt abstinentie toegepast bij ernstig zieke mensen die binnen korte tijd komen te overlijden. Dit is vaak in het ziekenhuis, maar kan ook in een hospice of zelfs thuis plaatsvinden.